The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


 

DE ESSENTIE VAN VEDANTA

Swami Sivananda

Het ligt in de aard van de mens te streven naar geluk, maar al het geluk dat hij met al zijn inspanningen vindt, is van beperkte duur. Zintuiglijke genot is tijdelijk en de zinnen zelf raken erdoor uitgeput en veelal gaat het ook gepaard met ondeugden, die een mens onvoorstelbaar ongelukkig maken. Al geniet je de vreugden van deze wereld in de mate dat hun aard het toelaat en al zijn ze zo intens, zo gevarieerd en zo ononderbroken als maar enigszins mogelijk is, dan nog komt de ouderdom en daardoor ook de dood. En de genietingen van de hemel zijn in werkelijkheid niet begerenswaardiger dan die van de wereld. Ze zijn van dezelfde aard, al zijn ze meer onvermengd en duurzamer. Maar ook zij komen tot een einde, want ze werden verworven door activiteiten en aangezien deze eindig zijn moeten ook hun effecten eindig zijn. Er komt dus een einde aan alle genot en wat baat het ons te streven naar plezier waarvan we weten dat het ons niet langer bijblijft dan het ogenblik van het genot zelf. Het ligt dan ook in de aard van de mens uit te kijken naar een onveranderlijk, oneindig geluk (ananta soekha) dat moet komen van een wezen waarin geen verandering is. Indien zulk een "wezen" kan worden gevonden, dan is het alleen van Hem dat de mens een onveranderlijk geluk verkrijgt en als dat zo is, moet dat "wezen" het enige doel van al zijn verwachtingen en activiteiten zijn. Dit "wezen" is niet ver weg. Hij verblijft in je hart. Hij is de Saakshi Chaitanya (Bewustzijn dat de getuige is) die de getuige is van de activiteiten van je boeddhi(intellect). Hij is het Nirgoena(eigenschaploos) Brahman(Absolute) van de Oepanishads (filosofische sluitstukken van de Vedas) dat wordt verheerlijkt op allerlei manieren door de rishis (zieners) van de Oepanishads.

  • Wat het ook zij, het is in werkelijkheid één. Er bestaat waarlijk slechts één universeel Wezen Brahman of Paramaatman, het hoogste Zelf, genoemd. Dit Wezen is van een absoluut homogene aard (ekarasa). Het is zuiver Zijn of zuivere Intelligentie (Chaitanya Gnyaana).

Intelligentie is geen eigenschap van Brahman, maar is er het wezen van. Het is zijn svaroepa of essentie. Brahman is geen denkend wezen, maar gedachte zelf. Het is niet alwetend, maar kennis zelf. Het is niet heel en al schoonheid, maar schoonheid zelf. Het is Zaligheid in wezen. Zie je nu het verschil? Dat wordt de svaroepa of essentie van alles genoemd. Het is volstrekt verstoken van eigenschappen. De eigenschappen die we ons kunnen voorstellen kunnen er alleen in worden ontkend. Maar als er slechts één absoluut eenvoudig Wezen is, wat is dan de wereld die we rondom ons zien en waarin we leven als individuele wezens? Brahman wordt vereenzelvigd met een bepaalde kracht Maayaa (illusie) of Avidyaa (onwetendheid) genoemd, die verantwoordelijk is voor het verschijnen van de wereld.

O hoe diep, onpeilbaar en wonderbaar is deze Maayaa, de ongrijpbare (anirvachaniya) kracht van Brahman. Al is ieder mens in wezen Brahman, toch begrijpt hij de waarheid "Ik ben Brahman" niet al wordt hij erin onderricht. Hij is er evenwel, zonder enige instructie, vast van overtuigd dat hij die en die persoon is. Mensen dwalen rond in dit ellendige samsaara (zintuiglijk heelal) en worden telkens weer misleid door de Maayaa van Brahman.

  • De idee Brahman (het Absolute) is uit het standpunt van het intellect een abstractie, maar is door en door werkelijk voor degenen die de rechtstreekse waarneming ervan bezitten (aparoksha anoebhoeti of saakshaatkaara). Het bewustzijn van de werkelijkheid van Brahman werd dan ook beschreven als even duidelijk als een vrucht op je handpalm.

Zelfs het intellect kan maar een beetje van de Waarheid bevatten. Brahman heeft positieve kenmerken zoals Sat-Chid-Aananda (Bestaan-Bewustzijn-Zaligheid), zuiverheid, volmaaktheid of satyam (waarheid), gnyaanam (kennis), anantam (eeuwigheid) enz. Dit zijn niet echt eigenschappen. Het zijn alle synoniemen van Waarheid of Brahman. Sat-Chid-Ananda is eveneens een kalpana (inbeelding).